Hans Warren en Mario Molegraaf. Griekenland. Verhalen van een land. Amsterdam: Meulenhoff, 1985.

In de inleiding tot deze bundel verhalen en gedichten over allerlei streken in Griekenland citeert Hans Warren de dichter Yorgos Seferis: "...De Griekse taal, de mens, de zee... Bedenkt toch eens hoe verbazingwekkend het is dat we vanaf de tijd dat Homeros sprak tot op vandaag spreken, ademhalen en zingen met gebruik van dezelfde taal." En, zegt Warren dan 'Deze woorden kunnen Griekse schoolkinderen aansporen, wij kunnen er enkel jaloers op zijn.' Van die jaloezie is deze bloemlezing vervolgens doordrenkt: bijna alle fragmenten gaan eigenlijk alleen maar over het moderne Griekenland als een land waarin je de oudheid nog terug kunt vinden. De mensen lijken er nog op, de zee is er nog dezelfde, er liggen nog dezelfde stenen.

In zijn inleiding heeft Warren dan verder nog wel wat bewondering voor de moderne folklore — het oude vrouwtje dat een takje baslicum afbreekt — maar verder komt de twintigste eeuw in het boek niet voor: er zijn geen oorlogen of burgeroorlogen of dictaturen geweest, nee denken aan Griekenland is volgens de achterflap 'in zwarte tijden denken aan de vrijheid, op een regendag denken aan de zon, het is bij alles wat lelijk is denken aan schoonheid en poëzie". In zijn inleiding schrijft Warren dan ook: "Mijn liefde voor Griekenland en alles wat Grieks is, oud en nieuw, is blind en absoluut. Ik wil en ik kan er geen kwaad over horen." Het heeft, blijkens deze bloemlezing, een nogal kitscherig beeld opgeleverd.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.