Aravind Adiga. The White Tiger. London: Atlantic Books, 2008.
De komende paar maanden kan ik zeggen: ja, The White Tiger van Aravind Adiga.
Leuk is niet per se het meest geschikte woord, en gezellig eigenlijk ook niet, aangezien het een inktzwarte satire is over allerlei misstanden in de maatschappij, waarbij je letterlijk over lijken moet gaan om rijkdom te verwerven. De hoofdpersoon Balram Halwai ziet er dan ook niet tegenop om zijn baas, de man wiens auto hij rijdt, op een dag de hersens in te slaan met een kapotte whiskyfles. Zoals die baas er eerder niet tegenopzag om Balram ertoe te dwingen een papier te ondertekenen waarop stond dat hij een man had overreden, terwijl het eigenlijk de vrouw van de baas was geweest die dat ongeluk in een dronken bui had veroorzaakt.
En tegelijkertijd zijn gezellig en leuk toch ook weer wél van toepassing: de lakonieke toon waarop Balram zijn verhaal vertelt laat het boek ruim 300 pagina's lang wervelen. De vorm is een serie brieven die Balram schrijft aan Wen Jiabao, de premier van China die op bezoek komt in Bangalore. Over die stad weet Balram toevallig alles. Bovendien zou China behoefte hebben aan ondernemers:
Apparently, sir, you Chinese are far ahead of us in every respect, except that you don't have entrepreneurs. And our nation, though it has no drinking water, electricity, sewage system, public transportation, sense of hygiene, discipline, courtesy, or punctuality, does have entrepreneurs.
The White Tiger is echte satire: grappig maar tegelijkertijd bijtend scherp. De mens wordt er in een verschrikkelijke gedaante getoond. Het is een boek waarover je lang kunt napraten: gezellig!
Reacties