Herta Müller. Herztier. Frankfurt a.M.: Fischer Taschenbuch Verlag, 2009 (1994).

Herta Mueller. Herztier Lang leve de commissie die de Nobelprijs voor de Literatuur uitreikt. In eerste instantie reageerde ik een beetje cynisch toen ik hoorde dat de prijs dit jaar naar Herta Müller zou gaan. Ik geloof dat ik de naam weleens had gehoord, maar ik wist helemaal niets over haar. Niet dat ze geboren was uit Duitse ouders in het communistische Roemenië — ik was er nauwelijks van op de hoogte dat er in Roemenië een Duitstalige minderheid was. Niet dat ze een grote stapel boeken heeft geschreven in allerlei genres: fictie, poëzie, essayistiek. Niet dat ze werkelijk prachtig, prachtig kan schrijven. Zonder de Nobelprijs was ik daar misschien ook nooit achtergekomen.

Toen ik vorige week in Duitsland was, kocht ik er de roman Herztier. De uitgever had snel van een aantal boeken van Müller herdrukt, en ik koos Herztier er tamelijk willekeurig uit, omdat het een roman was die volgens de omslagtekst beloofde over een van Müllers centrale thema's te gaan, de onderdrukking in communistisch Roemenië.

Nu spreekt dat omslag achteraf volgens mij niet helemaal de waarheid. Het zegt 'Eine Gruppe von Freunden leistet Widerstand gengen dat Terror-regime Ceausescus', maar met dat verzet valt het eigenlijk wel mee. Dat is nu juist het erge. Onder de studenten leeft onvrede met hun eigen leven en misschien een idealistisch beeld van het westen, maar de enige daad van verzet die ik kan ontdekken is dat de hoofdpersoon op zekere dat iets met poep op de muur van een Securitate-man schrijft — en dat gebeurt pas na eindeloze treiteringen van die Securitate.

Juist het feit dat dat getreiter zonder al te veel aanleiding plaatsvindt, maakt het zo treurig. En verder is ook die zware communistische deken niet het enige wat het leven zo verstikkend maakt. De burgerlijkheid van de ouders, en ook ik zal maar zeggen hun historische achtergrond (de vaders van de jongeren hebben doorgaans bij de SS gezeten) grijpen minstens evenveel naar de strot. Dat een van hen zelfs als hij uiteindelijk vrij is, en in Duitsland, zich alsnog uit het raam stort, hoeft je eigenlijk niet te verbazen.

Dan is er nog de stijl. Ik denk dat je wetenschappelijk zou kunnen bewijzen dat de gemiddelde zinslengte van Nobelprijswinnaars in de loop der tijd steeds korter wordt. Herta Müller schrijft heel korte zinnen, maar dat past ook in een bredere stijlopvatting, met veel heldere, steeds terugkerende beelden (groene pruimen, een speeltje met pikkende kippen, enz.) Aan Roemenië dacht ik tot nu toe alleen in zwartwitbeelden, maar ik heb nu de veel te felle kleuren gezien. Dankzij Herta Müller, en dankzij de Nobelprijscommissie.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.