Aliefka Bijlsma. Mede namens mijn vrouw. Amsterdam: Augustus, 2010.

Aliefka Bijlsma. Mede namens mijn vrouw Zo wantrouwig en achterdochtig als ik aan dit boek begon, zo overtuigd kwam ik er weer uit. Ik volg de hedendaagse Nederlandse literatuur niet op de voet, en van Aliefka Bijlsma had ik als ik eerlijk ben nog nooit gehoord. Als de uitgever en de schrijfster niet eerder deze maand hadden besloten om het boek gratis als e-book te verspreiden, had ik misschien nooit kennis gemaakt met haar werk. En als ik niet zo koppig was geweest, had ik het bestand na de eerste veertig pagina's weer gesloten, net voor het moment dat het me nu ineens greep en verder sleurde.

Net als de twee andere boeken uit 2010 die ik deze maand gelezen heb - Nemesis van Philip Roth en La carte et le territoire van Michel Houellebecq - gaat Mede namens mijn vrouw over werk. Bij de centrale personen in het boek, de 59-jarige diplomaat Melchior, zijn 43-jarige vrouw, de kunstenares Learra en zijn nog jongere Ghanese bediende Mercy - lopen werk en privé-leven dwars door elkaar heen. Melchior woont bijvoorbeeld in zijn ambtswoning, waar ook af en toe bijeenkomsten worden georganiseerd, waar alle Nederlanders in Rio de Janeiro komen kijken hoe die consul-generaal nu precies woont. En ook verder haalt Melchior al zijn eigenwaarde, al zijn relaties en al zijn bevrediging uit zijn werk en de status die dit brengt.

Ook de vrouwen hebben beroepen die het bijna onmogelijk maken om het privé-leven en het beroep te scheiden. Mercy woont bij Melchior in huis en is alleen al daardoor nooit alleen. Learra verstrikte als kunstenares ook haar persoonlijk leven en haar bron van inkomsten, maar is sinds ze getrouwd is met Melchior ziek. Ze lijdt aan een vermoeidheidssyndroom en kan daardoor werken noch leven.

Mede namens mijn vrouw is het verhaal van vooral de morele ondergang van Melchior, die ermee begint dat hij een keer te onvoorzichtig is in het niet aanbrengen van de scheiding, en een gratis vlucht naar Amsterdam van KLM accepteert, en ermee eindigt dat hij werkloos en volkomen alleen ten onder gaat in een monstrueus beschreven Schevingse nieuwjaarsduik.

De eerste pagina's moest ik even doorbijten. Misschien had dat met mijn vooroordelen te maken, misschien zijn die eerste pagina's ook inderdaad nog een beetje een lange en trage aanloop naar het spel van verloedering en afgang aan het eind. Ik ben blijk dat ik heb doorgezet. Voor een volgend boek van Aliefka Bijlsma wil ik best betalen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.