Arnon Grunberg. Moedervlekken. Lebowski, 2016.

Op een bepaald moment krijgt Oscar Kadoke, de hoofdpersoon van de nieuwe roman van Arnon Grunberg, een dode kever als cadeautje van een patiente. Wanneer hij thuis komt met het curieuze cadeau, gooit zijn moeder, die niks van dieren in huis moet hebben, die kever snel de tuin in.

Moedervlekken is een roman over verandering, een soort Metamorphoses van de 21e eeuw, een boek waarin de hele tijd iedereen van gedaante veranderd. Kadokes vader wordt zijn moeder en vraagt als die moeder uiteindelijk dat Kadoke zelf van zoon jn vader verandert. De patiënten uit Kadokes psychiatrische nachtdienst blijken allemaal anders te zijn dan ze zich voordoen: de stabiele man blijkt een zelfmoordenaar, de automutilante wil uiteindelijk Kadokes geliefde zijn. 

Met al die veranderingen in de familiale sfeer kan iedere lezer natuurlijk bij het woord kever alleen maar denken aan Gregor Samsom. Maar waar in Kafka's verhaal de familie zich aanvankelijk nog wel enige zorgen maakt, kijkt in Grunbergs boek niemand ergens van op. Als je niet uitkijkt wordt je als kever in de tuin gemieterd. (Tegen het eind van het boek geeft Kadoke de patiente een cadeautje terug, namelijk enkele weggesneden goedaardige maar voortwoekerende moedervlekken van zijn rug.)

Er zitten meer ingenieuze literaire verwijzingen naar veranderingen in het boek. Zo wordt aan het begin verteld dat Kadoke door zijn ouders Otto genoemd is, naar Otto Frank, maar dat hij zijn naam veranderd heeft in Oscar. Ook hier denk je onwillekeurig aan een andere literair Oscar, namelijk het jongetje uit de Blechtrommel dat juist weigert te veranderen, dat wil zeggen weigert op te groeien. 

Want opgroeien is ook in Moedervlekken de grootste, de moeilijkste verandering. Kadoke gaat op in 42e weer bij zijn moeder leven, die hem als een klein kind behandelt, maar wordt door allerlei mensen juist als een vader gezien. Iedereen leunt op iedereen, niemand wil echt opgroeien.

Iedereen wil alleen maar overleven of andere mensen laten overleven. Een indrukwekkende deel vind ik waar Kadoke op een vechtsport wil en geconfronteerd wordt met een Israëlische leraar die hem enorm uitdaagt om keihard te vechten en daarbij de belediging en de verwijzingen naar de holocaust niet schuwt. "Everything that does not kill you, makes you stronger", staat er bij die leraar op de muur. "And what kills you, makes your mother stronger." 

Het lijkt me een van de samenvattingen van deze sterke roman waarin zoveel manieren om te veranderen – je aanpassen aan de ander, tot inzicht komen, overvallen door onverhoedse driften die je in jezelf niet kende – aan de orde worden gesteld, net als even zoveel manieren om altijd dezelfde te blijven.  Het is een rijk en wijs boek, het mooiste dat Grunberg tot nu toe schreef.

Reacties

Anoniem zei…
* pssst * Samsa
Fijne lezing. Ik verheug me ook op dit boek.
De vileine verwisseling Samsa-Samsom moet natuurlijk een politiek statement zijn, al moet ik de precieze bedoeling ervan nog even op me laten inwerken.

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.